Blauwbekken op blue monday
Hoe herken ik onderkoeling?
Normaal heeft het menselijk lichaam een kerntemperatuur tussen de 37° en 35,5° Celsius. We spreken al van een lichte onderkoeling als de lichaamstemperatuur onder de 35° Celsius zakt. Iemand met een lichte onderkoeling zal gaan rillen en klappertanden. Dit is een reflex van ons lichaam om door middel van spieractiviteit warmte te genereren.
Om het lichaam tegen verdere afkoeling te bescherming worden het centrale deel van het lichaam warm gehouden. Hier zijn ook de vitale organen gelegen. De huid zal koud, bleek en droog aanvoelen. De lippen en nagels kunnen bleek of blauw verkleuren. Het slachtoffer is nog bij bewustzijn en reageert adequaat.
Daalt de temperatuur verder door dan daalt het bewustzijn ook. Het slachtoffer wordt hierdoor trager en wil het liefst lekker slapen. Een alarmerend signaal. Traagheid wordt ook veroorzaakt door de spieren die stijver worden door de kou.
Door de dalende temperatuur gaat het hart ook trager kloppen. En wordt het gevoelig voor koude. Wees voorzichtig met het verplaatsen en bewegen van onderkoelde slachtoffers, met een verminderd bewustzijn.
Download hier de factsheet hypothermie
Hoe onderkoeling je kan beschermen.
Onderkoeling vraagt veel energie van het lichaam. Wanneer de onderkoeling langzaam gaat, verbruikt het lichaam alle energie die in het lichaam aanwezig is om het lichaam te beschermen. Het lichaam moet hard werken om de noodzakelijke warmte te genereren. Een uitputtingsslag.
Wanneer het lichaam snel onderkoelt raakt, schiet het lichaam in een waakstand. Het lichaam voorziet alleen nog de vitale organen van energie. Dit beschermende mechanisme treed op wanneer je in ijskoud water raakt en direct onderkoeld. Op deze manier beschermt onderkoeling je tegen de dood. Wanneer dit niet het geval is, zal het lichaam niet in deze waakstand schieten en al zijn energie gebruiken om onderkoeling tegen te gaan.
Hoe behandel je onderkoeling?
Allereerst haal je iemand direct uit de kou. Breng je slachtoffer naar een beschutte omgeving.Bij voorkeur binnenshuis. Mocht het slachtoffer natte kleding aan hebben, vervang deze voor droge. Warm je slachtoffer op met (isolatie-) dekens.
Is je slachtoffer nog bij bewustzijn? Geef hem een warme drank welke hij zelf kan opdrinken. Hij zal hiervan opknappen. Gebeurd dit niet en verslechterd de toestand van het slachtoffer? Wrijf je slachtoffer niet warm. De huid wordt niet voorzien van bloed en warmte. De kans dat je de huid kapot wrijft is aanwezig. Ook stimuleer je nu de bloedsomloop terug naar de buitenkant van het lichaam, waardoor de kern verder afkoelt.
Of is hij buiten bewustzijn? Schakel dan direct professionele hulpdiensten in. En zorg dat het slachtoffer niet verder afkoelt. Zorg dat de ademweg vrij blijft en dat het slachtoffer sufficiënt blijft ademen. Leg hem eventueel in de stabiele zijligging. VBeweeg het slachtoffer zo min mogelijk. Het hart is nu erg prikkelbaar en kan snel ritmestoornissen geven.
Blijf je slachtoffer continue monitoren. Blijft zijn bewustzijn goed? Gaat het slachtoffer zich beter voelen? Of verslechterd de gezondheidstoestand van je slachtoffer? Onderneem actie bij wijzigingen in de gezondheidstoestand van je slachtoffer.
Pas op voor de afterdrop
Om het lichaam te beschermen tegen afkoeling wordt alle warmte uit de periferie gehaald en naar het centrale gedeelte van het lichaam vervoerd. Hierdoor voelen de handen, voeten, armen, benen, oren en neus koud aan en zien bleek. Dit doet het lichaam door de bloedvaten in de periferie dicht te knijpen. Dit verschijnsel noemen we perifere vasoconstrictie.
Wanneer je het slachtoffer actief gaat opwarmen neemt deze perifere vasoconstrictie af. Hierdoor wordt het beschermingsmechanisme tegen afkoeling opgeheven. De bloedvaten worden weer wijder en het bloed gaat stromen naar de uiteinden van het lichaam. En vindt er weer meer warmteverlies plaats. Waardoor de kerntemperatuur verder zal dalen. Dit fenomeen noemt men de afterdrop.
Waarom je moet plassen bij onderkoeling?
Doordat de perifere vaten worden dichtgeknepen ontstaat er een relatieve overvulling van het vaatstelsel. Want hetzelfde hoeveelheid bloed zit in een kleiner vaatstelsel. De diameter van de bloedvaten is door de vasoconstrictie kleiner. Receptoren in het lichaam signaleren deze overvulling en gaan vocht uitscheiden via de nieren. Waardoor het slachtoffer aandrang krijgt om te plassen. Dit noemen we koudediurese.
Het principe van perifere vasoconstrictie treed ook op bij slachtoffers die lang in het water liggen. Door de druk van het water treed hetzelfde principe op als bij koudediurese.