Wat is voldoende toezicht?
Wet hygiëne veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
In Nederland bestaat sinds 1969 de wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (Whvz) welke in 1984 in werking is getreden. De wet is meer malen gewijzigd. Zo is in 2000 de reikwijdte uitgebreid en de naam veranderd in Wet hygiëne en veiligheid badinrichitingen en zwemgelegenheden (Whvbz). En in 2009 werd de Europese Zwemwaterrichtlijn in de Whvbz geïmplementeerd.
Deze wet regelt in artikel 25 dat er “in voldoende mate” toezicht gehouden moet uitgeoefend. Hiermee doelt de wet zowel op het aantal toezichthouders als de kwaliteit van de vaardigheden van de toezichthouders in het zwembad. In openbare zwembaden is men verplicht toezicht te houden op de gebruikers in alle bassins. Een verduidelijking van het begrip “in voldoende mate” is terug te vinden in paragraaf 3.6 en 3.7 van het werkboek Bhvbz.
Eisen en richtlijnen
Bij een openbaar zwembad dient er bij elk bassin toezicht gehouden te worden door minimaal 1 toezichthouder. De toezichthouder mag geen andere taken uitvoeren. Als manager dien je te beoordelen welke bassins of combinatie van bassins door 1 toezichthouder overzien kan worden. En op welke momenten dit niet meer kan. Er moet altijd een plaatsvervangende toezichthouder aanwezig te zijn. Deze kan assisteren bij het verlenen van eerste hulp of aflossen in geval van pauzes.
Bij een semi-openbaar zwembad hoeft er alleen toezicht gehouden te worden in bassins dieper van 1.40m.
Bij bezoek van bijzondere groepen of de openstelling van attracties dienen er meer toezichthouders ingezet te worden. Bij bijzondere groepen kun je denken aan jongeren (6-18 jaar), baldadige groepen of minder valide bezoekers.
Camera’s en drenkelingendetectiesystemen mogen alleen ingezet worden als aanvulling op het toezicht, niet als vervanging van het toezicht.
Nu we weten hoeveel toezichthouders we moeten inzetten. Weten we nog niet wat de kwaliteiten van deze toezichthouders moeten zijn. Artikel 25 van de Bhvbz en de tekst uit de Nota van Toelichting geeft aan dat er tenminste één persoon aanwezig moet zijn die in het bezit is van een EHBO diploma en dat bij ieder bassin een toezichthouder aanwezig moet zijn die recent heeft laten zien dat hij of zij het zwemmend redden beheerst. Daarnaast moet de toezichthouder een natuurlijk overwicht hebben op bezoeker.
Arbowet
Volgens de Arbowet dienen alle organisaties met meer dan één medewerker te beschikken over bedrijfhulpverleners. Ook dien je als zwembadmanager te beschikken over een actuele risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). In het zwembad moet er altijd een BHV’er aanwezig zijn die bekend is met de geldende RI&E. Wanneer er meer dan 50 mensen aanwezig zijn in het zwembad dienen er permanent BHV’ers aanwezig te zijn en vanaf 250 mensen of meer wordt 2% BHV’ ers op het totaal aantal aanwezige mensen gehanteerd.
Conclusie
Als zwembadmanager van een openbaar zwembad moet je ervoor zorgen dat er op ieder bassin kwalitatief voldoende toezicht is. Dit is afhankelijk van het het aantal bezoekers en hoe overzichtelijk het zwembad is. Één toezichthouder moet een EHBO-diploma hebben en iedere toezichthouder moet de vaardigheden van het zwemmend redden beheersen.
Daarnaast dien je als zwembadmanager minimaal 1 BHV’er aanwezig te hebben wanneer de organisatie over meer dan 1 medewerker beschikt. En moet het aantal BHV’ers toenemen naarmate er meer bezoekers in je zwembad aanwezig zijn.
Oplossing
Life-Line-Trainingen heeft voor jou als zwembadmanager een oplossing bedacht om te voldoen aan de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en de Arbowet. Namelijk het Lifesaverprogramma.
Het Lifesaverprogramma is een jaarprogramma waarin we alle medewerkers trainen om “in voldoende mate” toezicht te houden in jouw zwembad. Samen maken we een op de medewerker gespecificeerde opleidingsplan, zodat deze medewerker te trainingen volgt die voor hem of haar van belang zijn.